Waarom ik?

Ik zit op mijn bed en kijk uit het raam.
Op de achtergrond staat er verboden radio aan.
Ik zie vliegtuigen, maar weet niet of ze goed of slecht zijn.
De oorlog is groot, en ik ben zo klein.
Ik denk na over de dingen die ik eraan zou kunnen doen.
Ik kan niet vechten, ik word verboden om iets te zeggen of te schreeuwen dat ik het er niet mee eens ben.
Ik zie geen kleur meer, alles is grijs.
Alles is zo koud als ijs.
Ik wou dat ik de oorlog van me af kon spoelen.
Kanonnen op de achtergrond, ik duik onder de deken zonder doelen.
Ik voel een traan en ik slik.
Waarom ik?

Oorlog

Dit verhaal is niet normaal
Een vreselijke tijd geen vrijheid
Hitler was de baas wat was hij een dwaas
Er waren kampen er gebeurde daar vreselijke rampen
Je mocht niet geloven wat je wilde
Voor joden werd de wereld klein ze hadden pijn diep in hun hart ze woonde apart
Waarom geen vrede en vrijheid niemand vond het fijn

Geallieerden

Ik kijk naar de zee en ik zie niks anders.
Het weer zit mee, geen wind geen regen.
Ik hoor iemand roepen: ´ Land in zicht ´
Mijn zenuwen worden erger en erger.
In maak me klaar en spring van de boot.
Veel van mijn vrienden zijn na 1 minuut al dood.
We winnen van de Duitsers en bevrijden de bezette landen.
Nu zijn ze niet meer in Duitse handen.
Laten we samen hopen dat dit nooit meer gebeurt.
Want zoveel verliezen en zo lang oorlog is heel erg afgekeurd.

De oorlog

Wat was het nu nou een tijd!
Veel honger en geen vrijheid.
De nazi’s vochten voor hun macht.
En Nederlandse troepen verloren hun kracht.
Mensen zaten in bunkers en kelders.
Maar elders was het anders.
In Duitsland werkten Nederlandse mannen zich rot.
Maar ondertussen hadden de Engelsen een complot.
Ze begonnen de aanval.
En kwamen aan wal.
Het gevecht over de bruggen zeiden ze wel.
Maar de bevrijding kwam niet heel snel.
Ondanks dat staan we nu op 4 mei wel de pijn te herdenken
En morgen op 5 mei de vrijheid te vieren.

Wat een oorlog

Vliegtuigen vliegen boven je huis. Je zit bang thuis.
Je bedenkt wat gaat er gebeuren? Ondertussen hoor je gekraak van de deuren.
De Nazi’s hadden gewonnen en Nederland gedwongen.
Terugvechten had geen zin, want dit was nog maar het begin.
Al snel begon Hitler met borden verboden voor joden.
We moeten onderduiken achter boekenkasten, meubels en luiken.
Dit moet anders zei de koningin. We zetten de geallieerden in.
Uiteindelijk is het goed afgelopen. Dat was wat hopen.
Veel mensen zijn verwond of gedood. Andere moesten werken in een fabriek met lood.
We denken op de dag van vandaag aan hun, want in de oorlog waren ze onze helden.

Als jood

Niet naar de bibliotheek.
Niet naar het park.
Niet naar het zwembad.
Niet naar de film.
Niet naar de sportclub.
Zelfs op sommige bankjes mocht je niet zitten.

En ook niet naar een gewone school.
De tweede wereldoorlog was hard en vreet.
En dat mag niet nog een keer gebeuren.

De bevrijding

Alleen in een kleine kamer
Hopelijk komt er geen verrader
Aan het hopen dat je wordt bevrijd
En nu zit ik te wachten op mijn tapijt

Die rot moffen
Lieten heel Rotterdam ontploffen
Iedereen wilde Duitsland terugpakken
Maar vooral Hitler aanpakken

We zijn bevrijd de oorlog is voorbij
Heel Nederland is dolblij

Gedicht

Op 10 mei vielen de Duitsers Nederland binnen
En het volk begon angstig te rillen
In de grebbeberg begon het
En het was allesbehalve een pret
De kogels vlogen in het rond
En er vielen doden aan het front
Dat waren helden van eerste rang
Want ze vochten voor hun land angstig en bang
Maar veel overleefden het niet
En dat doet ons veel verdriet
Voor hun zijn we op 4 mei 2 minuten stil

Honger en pijn

Wat een tijd was het toch!
Een tijd waar helemaal niks mocht.
Mensen zaten verscholen.
In kastjes en in holen.
Geen eten en geen vrijheid
En dat terwijl het Duitse leger zich verspreid.
Met kanonnen en pistolen
En ook met heel veel doden.
Veel joden werden vermoord
Vele vonden dat gestoord.
Van sommige is niets meer vernomen
Ze zijn waarschijnlijk omgekomen.
Met parachutes vielen ze binnen
De Duitsers gingen nog maar net beginnen.
Gelukkig hebben de Duitsers verloren
En nu willen we er niets meer van horen.

Veel verdriet

Vroeger was er oorlog dat kun je je nu toch niet voorstellen.
Dat je toen als kind van elf aan een kogelschot moest herstellen.
Een man had de macht over veel landen.
Ook werden er joden vermoord dat is toch gestoord.
Ja vooral de joden hadden het zwaar.
Ze mochten niet meer naar bibliotheken, zwembaden en nog veel meer mochten ze niet.
Veel mensen hadden dan ook veel verdriet.
Iedereen heeft hard gestreden.
R.I.P naar het verleden.
Gelukkig is er nu vrede.